Showing all 2 results

  • Herfsttij der middeleeuwen: studie over levens- en gedachtenvormen der veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlanden

    AUTEUR(S): Johan Huizinga.


    TAAL: Nederlands.
    MEDEWERKER(S): Anton Van der Lem.
    UITGEVER: Athenaeum – Polak & van Gennep.
    JAAR: 2017.
    PAGINA’S: 571.
    DRUK: 20+ editie.
    FORMAAT: 228 x 143 x 36 mm.
    GEWICHT: 859 gram.
    STAAT: Nieuw (New).
    UITVOERING: Hardback / harde kaft / gebonden.
    ISBN/EAN: 9789025308018.


    BESCHRIJVING

    Huizinga bestudeerde de cultuur van de late middeleeuwen anders dan veel historici voor hem. Het leven was destijds veel heftiger dan in zijn eigen twintigste eeuw. Alles werd minder verzacht door luxe; de middeleeuwse mens werd geconfronteerd met de felheid van het leven. Om daarmee te kunnen omgaan, om er betekenis aan te geven, schiepen de middeleeuwers allerlei levensvormen: verhalen, rituelen, schilderijen, mode en gebouwen. Huizinga bespreekt die in enkele themas, zoals het ridderideaal van dapperheid en eer, de liefde en de erotiek, het christelijke geloof.

    Herfsttij der Middeleeuwen is een synthese van beeldende kunst en literaire bronnen, van de verstilde sfeer van de Vlaamse primitieven en de klacht om het bestaan in het werk van contemporaine dichters en schrijvers – dit alles tegen de achtergrond van grootse feesten in extravagante kledij en pracht en praal.

    34,99
  • Zeven kerstvertellingen

    AUTEUR(S): Geerten Meijsing.


    TAAL: Nederlands.
    UITGEVER: De Arbeiderspers.
    JAAR: 2020.
    PAGINA’S: 168.
    DRUK: Eerste editie.
    FORMAAT: 208 x 133 x 18 mm.
    GEWICHT: 276 gram.
    STAAT: Nieuw (New).
    UITVOERING: Hardback / harde kaft / gebonden.
    ISBN/EAN: 9789029542951.


    BESCHRIJVING

    De afgelopen vijfentwintig jaar schreef Geerten Meijsing zeven kerstvertellingen waarin de auteur zelf of zijn alter ego Erik Provenier gloedvol maar ook bedachtzaam de sublieme sfeer van de feestelijke donkere dagen oproept. Die evocatie geschiedt op de van hem bekende wijze: met veel literaire verwijzingen, spleen, gedachten aan vrouwelijk schoon en Siciliaanse missen. Op superieure wijze zet hij het aloude genre van het kerstverhaal in deze zeven vertellingen naar zijn hand.

    In het laatste verhaal, ‘Nooit meer kerstmis’, houdt hij het voor gezien nu hij ‘geenszins meer geneigd’ is ‘ooit nog een kerstboom op te tuigen of een kerstverhaal te schrijven omdat er toch niemand meer is met wie ik het nog […] zou willen vieren’.

    ‘Eén week ligt tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Toen Provenier uit de nachtmis in de San Michele kwam, was het al maandag, feestdag of niet de wreedste ochtend van de week. Wanneer de week opnieuw begon, zou ook het jaar opnieuw beginnen.

    Hij had gedacht: ben ik de donkere dagen voor Kerstmis eenmaal door, dan gaat het verder wel. De maan zal wassen om de duisternis een waas van zilver terug te geven over het land: velden, heuvels, met hier en daar een rij cipressen voor een villa. Hij zou opnieuw contact krijgen met de natuur en niet meer bevreesd zijn voor het langzame proces van achteruitgang en verval. Dit was een tijd van hoop: vanaf de kaarsen in de kerk die nu was leeggestroomd, de belichting van de torens en de muren van de stad, tot aan de opgetuigde bomen voor de villa’s verderop – de boodschap was bekend.
    Maar goede wil alleen was niet genoeg, daaraan had het hem toch nooit ontbroken. Hij was niet meer van goede wil, en kwade kon hij ook niet opbrengen: zijn wilskracht was gebroken.’

    – fragment uit ‘De oude mens’

    21,50